Contactverbod met ouders afgewezen; geen contact meer geweest in afgelopen maanden
In deze zaak, die speelde bij de rechtbank Arnhem, ging het erom dat de grootouders werden verdacht van seksueel misbruik met de kleinkinderen. De grootouders ontkenden echter, en de strafzaak tegen hen werd geseponeerd. Toch wilden de kinderen niets meer met hun ouders te maken hebben, en vorderden zij een contactverbod tegen hen. De rechter wees dit echter af, omdat hij vaststelde dat de ouders in ieder geval de afgelopen maanden geen contact meer hadden met hun dochters (Rb Arnhem, 13 december 2007, ECLI:NL:RBARN:2007:BC0112).
Vordering straatverbod en contactverbod
Eiseressen, de dochters, vorderden in kort geding de volgende verboden:
3.1. Eiseressen vorderen, samengevat,
- gedaagden te verbieden zich te bevinden of te begeven in de gemeente [naam gemeente], in [regio straatverbod]
- gedaagde te verbieden zich te bevinden of te begeven in de gemeente [naam gemeente] [regio straatverbod]
- gedaagden een contactverbod op te leggen in de ruimste zin des woords;
- bovenvermelde verboden aan gedaagden op te leggen op straffe van een dwangsom van € 500,- voor elke keer dat deze verboden bewijsbaar overtreden worden, te betalen binnen vijf werkdagen nadat daartoe is aangemaand;
- te bepalen dat bij niet betaling van de verschuldigde dwangsom gedaagden gegijzeld kunnen worden voor de duur van 7 dagen voor ieder keer dat de verboden overtreden worden;
- eiseressen de bevoegdheid te geven de sterke arm in te roepen bij overtreding van de verboden;
Grondslag vordering
Eiseressen voerden als grondslag van het gevorderde aan dat hun recht en het recht van hun gezinnen op bewegingsvrijheid en op bescherming van de persoonlijke levenssfeer ernstig is aangetast door het gedrag van gedaagden. Eiseressen hebben het sterke vermoeden dat gedaagden hun kinderen seksueel misbruikt hebben. Dat er voor een strafzaak op dit moment te weinig bewijs is, doet niets af aan de overtuiging van eiseressen dat gedaagden wel degelijk grensoverschrijdend bezig zijn geweest. Eiseressen verdenken gedaagden met name van kinderporno met hun kinderen, waarbij ook een derde betrokken is geweest.
De ontdekking dat hetgeen eiseres sub 1 vroeger zelf met gedaagden had meegemaakt, herhaald zou zijn bij haar kind en het kind van haar zus, heeft voor een zeer emotionele en woedende reactie gezorgd. Het heeft angst gezaaid, waarvoor thans therapie bij het GGz, Jeugdzorg en extra begeleiding op school is ingeschakeld.
Volgens eiseressen vertonen hun kinderen moeilijk gedrag. [voornaam] is thuis onhandelbaar geworden en [voornaam] heeft een lichte hersenstoornis, waardoor hij licht autistisch gedrag vertoont. Volgens de specialisten van het Radboud hebben de traumatische ervaringen het beeld verstechterd.
Eiseressen stellen voorts dat zij geen enkel contact met gedaagden willen en zij dit hun ook bij aangetekende brieven kenbaar hebben gemaakt. Ondanks dit hebben gedaagden eiseressen en hun gezinnen tot en met 18 oktober 2007 niet met rust gelaten. Volgens eiseressen stond gedaagde sub 2 op 18 oktober 2007 ’s avonds voor de deur van eiseres sub 1. Gedaagde sub 2 wilde met eiseres sub 1 praten, maar deze heeft haar moeder niet binnengelaten. Volgens eiseres sub 1 heeft haar moeder op de deur gebonsd, door de brievenbus geroepen en geschreeuwd. Toen de politie eenmaal arriveerde, was gedaagde sub 2 al vertrokken. Tevens hebben gedaagden [voornaam] op 18 oktober 2007 een verjaardagskaart gestuurd. Ook stelt eiseres sub 1 dat zij thuis en op haar werk anoniem gebeld wordt. Eiseres sub 1 is bang dat gedaagden hier achter zitten.
Eiseressen stellen dat zij en hun kinderen het gebeurde alleen kunnen verwerken als het van de zijde van gedaagden rustig blijft. Voor die rust is het volgens eiseressen nodig dat gedaagden een straat- en contactverbod opgelegd krijgen. Ten slotte stellen eiseressen dat zij bang zijn om hun kinderen naar school te sturen en vrezen voor de confrontatie met gedaagden.
Beslissing rechtbank
De rechtbank wijst de vordering van de dochters echter af, en overweegt daartoe het volgende:
“4.1. Er is sprake van een zeer gespannen relatie tussen partijen. Het spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen is daarmee gegeven en vloeit tevens voort uit de stellingen van de dochters.
4.2. Het opleggen van een straat- en contactverbod vormt een vergaande inbreuk op het grondrecht van bewegingsvrijheid. Dit grondrecht is in onze samenleving een groot goed, zodat inbreuken daarop alleen in ernstige gevallen van stelselmatig lastig vallen toelaatbaar zijn. De feiten en omstandigheden die zijn gesteld moeten dan in hoge mate aannemelijk zijn en bovendien zo’n inbreuk kunnen rechtvaardigen.
4.3. In deze zaak is niet komen vast te staan dat de ouders hun dochters en gezinnen stelselmatig hebben lastig gevallen. Van enig ontoelaatbaar gedrag tegenover de dochters en hun gezinnen is, in ieder geval na 18 oktober 2007, niet gebleken. Dat de ouders de dochters zouden lastig vallen met anonieme telefoontjes is gesteld, maar door de ouders gemotiveerd betwist. Dit feit is daarom niet komen vast te staan. Onder deze omstandigheden bestaat er onvoldoende aanleiding om de ouders in de bewegingsvrijheid te beperken door het opleggen van een straat- en contactverbod. De gevraagde voorzieningen zullen daarom worden geweigerd.
4.4. In deze procedure wordt geen beslissing genomen over de vraag of de (groot-)ouders hun kleinkinderen seksueel hebben misbruikt. Het gaat in deze procedure alleen om de vraag of de ouders in hun bewegingsvrijheid zouden moeten worden beperkt om aldus contact met hun dochters en hun gezinnen te voorkomen. Hierboven is gebleken dat daarvoor onvoldoende aanleiding bestaat. Wel is het in de gegeven omstandigheden verstandig dat de ouders contact met hun dochters en hun gezinnen vermijden. Ter terechtzitting hebben de ouders verklaard dat zij de wens van hun dochters om met rust gelaten te worden respecteren en zich hier ook aan zullen houden. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat de ouders zich daarnaar zullen blijven gedragen.”
Conclusie
Het moet echt gaan om het stelselmatig lastigvallen over een langere periode, en ook de laatste tijd, alvorens een straatverbod en/of contactverbod in rechte is op te leggen.
< Terug naar Meer informatie verweer straatverbod